Er is weinig zo leerzaam als een eenzame ervaring. Voor een astroloog is dat geen gekke uitspraak; mijn noordelijke maansknoop stond in het twaalfde huis bij geboorte – het gebied van isolatie en afzondering. Juist daarom heb ik lang veel moeite gehad met het thema ‘alleen zijn’, en ik weet dat ik daar niet de enige in ben. Hoeveel mensen voelen zich comfortabel bij een lange tijd alleen zijn, zonder steeds naar afleiding te zoeken? Ik ken er niet zoveel. Dat terwijl eenzaamheid juist een licht schijnt op wie je werkelijk bent en waar het echt om gaat.
Terwijl ik dit schrijf zit ik in mijn favoriete hoodie voor mijn laptop. Er staan zachtjes Italiaanse meezinghitjes op. Ik brand een paar kaarsen, heb net bossen tulpen verdeeld over mijn vaasjesverzameling en de eettafel ligt vol met schetsen en schilderijtjes die ik de laatste tijd maakte. Ik heb deze week een leeshoekje ingericht, dat nu al omringd is met stapeltjes: moderne romans, reisverslagen, een paar klassiekers, volgekrabbelde aantekeningenschriftjes en tarotkaarten. Als er een onbekende de kamer zou binnenlopen, zou hij gelijk een scherp beeld krijgen van wie ik ben en waar ik van houd. Zoals een geboortekaart tot een astroloog kan spreken.
Ik ben vandaag alleen. Ik was een groot deel van de tijd alleen, de afgelopen weken; in februari kwam er na zes jaar een einde aan mijn relatie. Ik had geen zin meer om eenzame gevoelens te ontvluchten en mezelf af te leiden met de drukte van de stad en een bruisend sociaal leven. Juist nu voelde ik een diep verlangen om het met mezelf zijn te omarmen. Just me and my empty apartment.
Dit lijkt niet op de confrontatie met eenzaamheid waarbij je stuit op die ongemakkelijke, koude leegte in jezelf. Op het moment word ik juist ontzettend blij van mijn eigen gezelschap. Voor deze toestand moest er wel weer een confrontatie plaatsvinden met de spirituele les die ik zelf zo vaak predik: het is niet wijs om je welzijn en geluk te verbinden aan externe factoren. Vrienden zijn met jezelf is essentieel voor je spirituele groei. Geluk dat verbonden is aan ‘dingen in je leven’ is uiteindelijk voorwaardelijk geluk.
Onze Westerse maatschappij is volledig ingericht op de zoektocht naar voorwaardelijk geluk. Ik zal je ook absoluut niet veroordelen voor het verlangen naar optimale omstandigheden. Het hoort nu eenmaal bij de menselijke ervaring. Daarnaast word je van jongs af aan al gedrilld om op zoek te gaan naar prettige, concrete dingen: een goede baan, interessant cv, prestigieuze opleiding, mooi huis, hoog inkomen, et cetera. Wélke van deze concrete omstandigheden jij het belangrijkst vindt, en wat er voor jou minder toe doet, hangt samen met je levensloop en opvoeding. Zo vind je jezelf misschien absoluut niet materialistisch, maar heb je wel de diepe overtuiging dat je een boeiende baan moet hebben.
Ik kan wel over mezelf te zeggen dat ik een talent heb voor het najagen van de optimale externe omstandigheden. In mijn studententijd had ik al goed uitgevogeld wat voor kick het je kan geven als je prestaties en ogenschijnlijke successen verzamelt. Mijn zelfverbeterend vermogen liet ik los op het bij elkaar scharrelen van zoveel mogelijk A4’tjes aan cv. De kunst van jaloersmakende kiekjes op Instagram delen om de indruk van een interessant leven te wekken (terwijl je eigenlijk uitgeblust op de bank hangt) had ik ook al vlot onder de knie. Das war einmal.
Hoe meer je je focust op de externe omstandigheden optimaliseren (hier veel mee bezig zijn duiden we vaak als ambitieus of toegewijd), hoe groter de kans is dat je je innerlijke landschap verwaarloost. Een grote drive om je maar te omringen met de allermooiste omstandigheden komt immers vaak voort uit een tekort ervaren als het aankomt op je interne omstandigheden.
Zijn de interne omstandigheden wel perfect? Dan zou je kunnen spreken van een soort verlichting of perfect geluk. Dan kunnen we je op een onbewoond eiland droppen zonder bagage en zal je er heerlijk zorgeloos en zen bij zitten, terwijl menig ander uit kokosnoten een vlot probeert te smeden en constant wat schreeuwt om de aandacht van een vliegtuig te trekken. Die verlichte staat bereiken maar weinig mensen. Het is waarschijnlijker dat je je opnieuw en opnieuw zal verliezen in de externe omstandigheden. Vaak per ongeluk! Je let even niet op, er gebeurt wat leuks, en voordat je het weet gaat daar je focus volledig naar uit.
Het is in ieder geval verdraaid lastig om precies het tegenovergestelde van wat je altijd is geleerd te gaan doen. Je focussen op het innerlijke in plaats van het uiterlijke. Als je hiermee begint, word je natuurlijk als eerst geconfronteerd met enorm ongemakkelijke gevoelens. Je innerlijk doet je eigenlijk maar vreemd aan, als je er te lang bij stilstaat, want heel goed heb je het nooit leren kennen. Zou jij jezelf kunnen voorstellen zonder te refereren aan externe omstandigheden? Puur door te wijzen naar wat je van binnen ervaart?
Het begin van de reis naar binnen herken je ook aan kreten als ‘ik weet niet wie ik ben’ en ‘ik weet niet meer wat ik wil’. Bij klanten klinkt dat soms wanhopig, als een soort: ‘ik weet niet waar ik ben, maar ik wil weg!’. Het zorgvuldig opgebouwde plaatje van jezelf, leunend op externe factoren, stort in en daar sta je dan, voor het wat kale innerlijke landschap. Taak aan jou is om aan de slag te gaan met een schop en een gieter. Ik denk aan een bekend regeltje door Voltaire: Il faut cultiver notre jardin – we moeten onze tuin onderhouden. Die zin gaat helemaal niet over tuinieren, maar over het zowel verzorgen van je innerlijke wereld als de wereld om je heen.
Probeer niet weg te rennen als je geconfronteerd wordt met leegte, ongemak of pijn. Als je bereid bent om er werk in te steken, ontdek je uiteindelijk vanzelf de kleurrijke essentie die onder de laag stof ligt.
Alleen zijn betekent tijd doorbrengen met je interne omstandigheden. Als je vaker alleen kan zijn en gehoor durft te geven aan je gevoelens, ga je al aan de slag met jezelf en word je bekend met jezelf. Totdat je de kwaliteit van je essentie kent en daar uiting aan geeft. Nu ik zelf weer even tegen het ongemak ben aangelopen, om daarna aan de slag te gaan met het verzorgen van mijn essentie, zie ik weer hoeveel blijdschap er van binnenuit kan komen. Die innerlijke vreugde stroomt vanzelf weer de wereld in en brengt je meer dan een externe factor ooit voor je kan betekenen. Ook daar binnen speelt zachtjes pizzeriamuziek, brandt een kaars en staat het vol met tulpen.
Beeld: Amy Beager (2020)